Wij zijn allemaal thuis. Mijn vrouw Vera is edelsmid en doet haar werk in de woonkamer, net als ik. Zoon Sotiri heeft een videotechniekbedrijfje en vliegt af en toe binnen. Dochter Irini is ook hier. Als gamedesigner is ze continu online met collega’s in Utrecht en de VS. Normaal wandel ik tussen de middag door de stad met mijn digitale collega’s, nu loop ik met mijn thuiscollega’s in de heuvels rond Puth.
Heel raar allemaal
We zitten middenin een enorme crisis, waar je thuis zo goed als niks van merkt. Pas op straat of in de winkel voel je dat er iets aan de hand is. Ook Sotiri’s werk is nu compleet anders. Zo streamt hij begrafenissen en lesjes van zijn oude middelbare school. Mijn moeder is erg ziek, dus we leggen de bloemen voor haar deur en zwaaien dan naar haar…
Digitale kopjes koffie
Veel mensen keken de kat uit de boom met dat digitale samenwerken. Het is bijzonder hoe iedereen nu in één klap zijn scherm deelt in videocall. Dat heeft voordelen, maar het sociale ontbreekt. Daarom bel ik soms een collega en vraag hoe het met hem is. Dat leidde eerst nog tot lacherige reacties, maar al gauw heb je een dieper gesprek dan bij de koffiemachine op kantoor.
Asynchrone concentratie
Via de chat leg ik een simpele vraag sneller even bij een collega neer, zonder dat die meteen uit zijn flow is. Normaal loop je even naar hem toe, maar dan komt het misschien ongelegen. Nu bepaalt iedereen zelf wanneer hij zo’n tussendoortje oppakt.
Even geen fietsforens
Ik mis mijn woon-werk fietstochtjes heel erg. Heen en weer naar Zuiderlicht is zo’n 50 kilometer en dat rijd ik normaal drie keer per week. En een rondje om de kerk van Puth blijkt niks voor mij. Ik kom dan niet op het moment van ‘nu moet ik door’. Ik wil van A naar B, compleet met regen en tegenwind.
1,5 meter samenleving
We zijn kwetsbaar voor een klein virusje, maar kunnen samen ook gigantisch veel. Hoe mooi zou het zijn als we met die kracht de armoede en de energiecrisis te lijf gaan? Of hoe verkleinen we het sociale gemis met al die digitale efficiëntie?